top of page
Search

Hero en Leander, van Latijn naar Nederlands

  • Writer: Wolf De Coster
    Wolf De Coster
  • Feb 4
  • 3 min read

De eerste ontmoeting

Op een feestdag stapte het meisje Hero door de tempel van de godin terwijl ze een betoverende glans uitstraalde op haar gezicht: Venus’ priesteres leek de nieuwe Venus. Leander was dadelijk buiten zichzelf door de schoonheid van het meisje. Hij beefde wel(iswaar) in zijn hart, zwijgzaam ging hij vooruit en stond tegenover het meisje. Met heimelijke knikjes draaide hij de ogen van het meisje naar zich toe. Zelf liet ze echter haar bevallig gezicht zakken terwijl ze met heimelijke knikjes Leander toeknikte. Eindelijk kwamen ze tegen de avond heimelijk samen bij de tempel. Leander raakte zwijgend de roze vingers van het meisje aan: ze zuchtte hevig en alsof ze boos was trok ze haar roze hand terug. Zulke woorden bracht ze uit: ‘Gast, waarom ben jij gek? Het past niet dat jij de priesteres van een godin verleidt!’ Toen Leander haar boosheid hoorde, (zei hij): ‘Toen Cupido zijn boog spande, heeft hij toch twee steden met één pijl verbonden? Zoals jij als priesteres van Venus de taken van Venus moet uitoefenen.’

Een geheim plan

Maar toen Hero hem omhelsd had, antwoordde ze: ‘Met een wettig huwelijk kunnen wij niet verbonden worden. Want dat staat mijn ouders niet aan. Door hun plan woon ik in een toren bij de naburige zee. Daarom zal ik nooit van de liefde genieten, zal ik ongehuwd sterven!’

Maar terwijl Leander Hero kuste, zei hij: ‘Meisje, ik vrees de zware golven niet, noch de tegenwinden: geen enkele belemmering zal ware geliefden kunnen scheiden. ‘s Nachts zal ik de Hellespont zwemmend overwinnen, ook al stroomt hij krachtig. Toon jij mij alleen op de top van jouw toren één lantaarn. De ster van onze liefde zal mij door de nachtelijke golven leiden.’ Zo spraken ze plaats en tijd af voor hun nachtelijke liefde. Tegen hun zin gingen ze uit elkaar uit noodzaak, zij naar haar toren, hij naar zijn uitgestrekte stad Abydus.

Liefde overwint alles

De donkere nacht bracht al slaap aan de mensen, niet echter aan de verliefde Leander: bij de zeekust wachtte hij op de lantaarn, bode van het huwelijk. Hero plaatste zonder getreuzel het licht op de top van haar toren en terwijl ze het er zette, smeekte ze met bange stem: ‘O winden, geef mijn lief een makkelijke overtocht.’ Hij stond eerst wel te beven op de kust, maar nadat zijn angst was afgelegd samen met zijn kledij, sprong hij van de kust en gooide zijn lichaam in zee. Nergens bereikte er een stem, een geluid zijn oren behalve het geluid van zijn zwemmend lichaam. En nadat zijn armen al geleidelijk afgemat waren, bemerkte hij van ver het licht van de lantaarn: plotseling keerden zijn krachten terug en schenen de golven zachter dan ze geweest waren. Hoe dichter hij de kust naderde, des te meer gaf Hero moed aan Leander. Zelf daalde ze af in de golven, waar ze haar vermoeide geliefde opving. Nadat ze in haar slaapkamer zijn hele lichaam gedroogd had, fluisterde ze in zijn oor: ‘Allerliefste echtgenoot, geen enkele

geliefde heeft ooit met zo’n grote liefde een meisje liefgehad!’ Er was een huwelijk, maar zonder koordansen; het licht van fakkels verlichtte hun bed niet. Na de vreugden van de nacht gingen ze wenend uiteen; Leander keerde tegen zijn zin naar de stadsmuren van Abydus terug, terwijl hij omkeek naar de droevige Hero. En niet alleen die nacht kwamen de geliefden naar hun gewone plaats samen... Zo was Hero, zonder medeweten van haar ouders, overdag een maagd, ’s nachts een gehuwde vrouw.

In liefde verenigd

Er kwam echter een vreselijke tijd van stormen, waardoor zelfs zeelui de onbetrouwbare zee ontvluchtten. Gedurende zeven nachten stak Hero tevergeefs de lantaarn aan, tevergeefs keek Leander droevig naar de tegenovergelegen kust. Uiteindelijk kon hij de vertraging niet langer uithouden. Hoewel een vreselijke storm woedde, wierp hij zich toch midden in de branding, nadat hij tot Venus en koning Neptunus had gesmeekt: ‘U allen die de liefde gunstig gezind zijn, spaar mij, terwijl ik naar mijn allerzoetste geliefde heen zwem, dompel mij onder terwijl ik terugkeer!’ Die nacht echter stak Hero niet meer de lantaarn van de liefde aan maar die van het noodlot: nadat de vlam gedoofd was, verzwolgen de wrede stormen de ongelukkige jongeman in metershoge golven. Zolang het nacht was, hoopte het meisje nog, maar ’s ochtends bemerkte ze het lichaam van haar geliefde dat op de kust lag. Uitzinnig door verdriet scheurde ze haar kleding aan stukken en stortte zich halsoverkop van de toren. Zo stierf Hero wegens haar gestorven echtgenoot

 
 
 

Recent Posts

See All
De vertaling van de leerlingen:

Hero en Leander   Op een feestdag stapt een meisje Hero door de tempel van de godin   Terwijl ze een betoverende glans uitstraalt vanuit...

 
 
 

Comments


bottom of page